Foto: begeleiding in het vinden van een goede route, ook in onrustig vaarwater (raften op de Zambezi)
Coaching
Coaching betekent niet dat je de ander vertelt hoe het moet, juist niet.
Coaching houdt in dat je anderen begeleidt, een luisterend oor bent, een spiegel voorhoudt. De ander laten zien wat het effect op anderen is van zijn/haar gedrag en samen uitvindt hoe dat anders kan. Gecoacht worden, is vooral leren van je eigen fouten, je eigen gedrag. Een goede coach helpt je daarbij door je in de spiegel te laten kijken en jezelf te laten zien waar en waarom het niet goed ging en welk effect je optreden heeft op de ander.
Vanuit de gedachte “alleen wie het aandurft om te falen, krijgt de kans om te slagen” (John F. Kennedy) is het maken van fouten niet erg, mits je er maar van leert. Immers als je geen fouten meer maakt of mag maken, leer je ook niets meer. Een coach kan daarbij helpen, vanuit een mensgerichte aanpak, specifiek gericht op dat ene individu.
Coaching kan ook grensverleggend zijn. Samen met je coach de grenzen opzoeken, leren anders tegen de gevestigde orde aan te kijken, loskomen van de vaste structuren en patronen.
Onder coaching wordt ook verstaan, co-management:
Het tijdelijk ondersteunen van het huidige management volgens een afgebakende opdracht. Centraal hierbij staat het zelflerende vermogen van medewerkers en managers in het bijzonder; ze de spiegel voorhouden om ze hun sterke kanten te laten ontdekken, van fouten te leren en verder door te ontwikkelen. De gedachte van een lerende organisatie is daarbij het uitgangspunt